/

Lyme kruidenbehandeling

LYME EN KRUIDEN

De behandeling van de ziekte van Lyme met kruiden en onderzoek daarnaar werd al eerder beschreven in het Nederlands Tijdschrift voor Fytotherapie. Onderzoekers van de University of Baltimore (VS) publiceerden in februari 2020 resultaten van hun in vitro-onderzoek naar de antibiotische eigenschappen van een aantal kruiden die veel door Lyme-patiënten gebruikt worden. Zeven extracten lieten in een concentratie van 1% een goede activiteit zien tegen de cysteuze (stationaire) fases* van de Lyme-veroorzaker Borrelia burgdorferi.

Het ging hierbij om extracten van Cryptolepis sanguinolenta, Juglans nigra (zwarte walnoot), Fallopia japonica (Japanse duizendknoop), Artemisia annua (zomeralsem), Uncaria tomentosa (kattenklauw), Castus creticus (labdanum) en Scutellaria baicalensis (Chinees glidkruid). Deze extracten werden vergeleken met de regulier gebruikte antibiotica doxycycline en cefuroxine in de gebruikelijke dosis. Zowel C. sanguinolenta als F. japonica waren actief tegen zowel de groeifasen als de stationaire fase van B. burgdorferi (MIC-waardes van 0,03 – 0,06%, respectievelijk 0,25 – 0,5%). Met name C. sanguinolenta bleek zeer effectief; dit extract remde namelijk niet alleen de groei van B. burgdorferi, maar doodde de pathogeen volledig. Dit onderzoek liet zien dat doxycycline en cefuroxime, evenals de andere genoemde kruidengeneesmiddelen, de spirocheten wel kunnen remmen maar niet geheel kunnen uitroeien.

Lyme kruiden

Opmerkelijk genoeg hadden andere veelgebruikte middelen zoals Stevia rebaudiana, Andrographis paniculata, grapefruitzaadextract, monolaurin en het antimicrobiële peptide LL37 weinig tot geen effect op B. burgdorferi in de rustfase. Stevia en monolaurin leken bij eerdere in vitro-onderzoeken wel werkzaam**, dus dit kwam als een verrassing. Mogelijk zijn positieve gebruikerservaringen van de andere producten veroorzaakt door effecten op de
ziektesymptomen, zonder dat de bacterie daarbij wordt geremd.

De auteurs melden dat het interessant zou zijn om de actieve inhoudstoffen van C. sanguinolenta en F. japonica nader te onderzoeken en concluderen dat verder onderzoek zal moet uitwijzen of het gebruik van extracten van deze planten mogelijk ook geschikt is voor in vivo-behandeling van Lyme-patiënten.

Zie: Fytotherapie bij tekenbeetziektes (Lyme-special); Ned Tijds Fytoth 2017;30(2):5 en 15.
** Ned Tijds Fytoth 2017;30(2) – referenties 10,14,18.

BRON: Feng J et al. Evaluation of natural and botanical medicines for activity against
growing and non-growing forms of B. burgdorferi
. Front Med 2020;7:6.

UIT: Nederlands Tijdschrift voor Fytotherapie 2020; nr. 2